Niet betalen maar belonen: het inzamelsysteem van Woerden
Hoe krijg je inwoners zover om minder restafval aan te bieden? Gemeente Woerden streeft naar een vermindering van restafval met een nieuw inzamelsysteem waarbij inwoners bij goed scheiden geld terugkrijgen. Een systeem dat afval waardevol maakt in plaats van waardeloos.
Of een inwoner daadwerkelijk geld terugkrijgt, hangt af van het aantal aanbiedingen. Elke keer als in Woerden een vuilniswagen een minicontainer met restafval leegt bij bewoners van laagbouw, wordt dit geregistreerd met een ingebouwde chip. Ook bij hoogbouw wordt het aantal aanbiedingen van restafval goed bijgehouden (in dit geval met een afvalpas). Op basis van staffels bepaalt de raad elk jaar of én hoeveel geld een huishouden terugkrijgt. Het maximumbedrag is veertig euro. Huishoudens die vaak restafval aanbieden, krijgen geen bedrag terug, maar hoeven ook geen geld te betalen.
Het inzamelsysteem kent dus een positieve benadering. Deze is gebaseerd op gedragstheorieën van psycholoog Robert Cialdini. Uit zijn onderzoek blijkt dat mensen het beste te beïnvloeden zijn op een positieve manier. Niet betalen maar belonen dus. “Dat geldt ook voor afvalscheiding”, vertelt Monique à Campo, teammanager Stadserf, Afval en Reiniging. “De meeste mensen scheiden hun afval en met een beloning laten we zien dat we dit als gemeente waarderen. De grote groep, die niet fanatiek is maar er wel voor openstaat, breng je met dit initiatief in beweging. Twee derde van de inwoners krijgt geld terug.”
Afvalscheiding als sport
“Met de teruggave geven we mensen een extra motivatie om hun afval goed te scheiden. Op een afvalstoffenheffing van 220 euro is het toch aardig wat. Bovendien ervaren mensen geen dwang en voelen zij zich vrij om eventueel op een andere manier bij te dragen aan het milieu. Dankzij het nieuwe inzamelsysteem wordt afvalscheiding voor veel inwoners echt een sport. Ze pochen als ze dit jaar het restafval pas één keer aan de weg hebben gezet!”
Deze sport mag dan niet specifiek gericht zijn op de gezondheid van het lichaam, hij draagt wel bij aan een gezonde leefomgeving. De cijfers spreken voor zich: sinds de invoering twee jaar geleden is het aantal kilo’s restafval per persoon per jaar gedaald van 195 naar 162. Deze daling beïnvloedt ook andere stromen afval. “We merken dat onze andere stromen, zoals PMD, zeer schoon zijn in vergelijking met die van andere gemeenten. We hebben weinig vervuiling in onze afvalstromen. Bij ons is er slechts twee procent afkeur. Heel schoon afval dat dus weer hergebruikt kan worden in plaats van verbrand. Collega’s van andere gemeenten vertellen soms dat ze minder restafval hebben dan wij, maar dat er veel PMD-vrachten worden afgekeurd en verbrand. Dan wordt de hoeveelheid restafval alleen maar window dressing.”
In gesprek met de inwoner
Het systeem van Woerden is dus niet gericht op schone schijn, maar op de lange termijn. “We zijn bezig met een mentaliteitsverandering. Zoiets heeft tijd nodig. Neem het scheiden van glas: vorig jaar bestond de glasbak alweer 40 jaar. Ook de aanpak van restafval is er een van de lange adem.” Communicatie speelt een hoofdrol bij deze mentaliteitsverandering. Een voorbeeld hiervan is het succes van de Afval Glossy, een magazine dat inwoners informeert en voorlichting geeft over afvalscheiding. Voorbeeldgedrag staat hierbij centraal. Ook zoekt de gemeente het gesprek op met inwoners. “We krijgen graag meldingen, want dan kunnen we gericht met mensen praten. Waar lopen ze tegenaan? Wat kan beter? We zijn laatst naar een plek toegegaan waar veel PMD-zakken worden buitengezet. Hier hebben we mensen op de man af gevraagd welk cijfer ze ons geven én wat we moeten doen om een punt hoger te scoren.”
Het nieuwe inzamelsysteem doet volgend jaar zijn intrede in Oudewater. “We merken dat mensen er echt op zitten te wachten. Zij krijgen ook de problematiek over het milieu mee. Ze willen meedoen en zijn blij dat dit systeem op één lijn zit met hun intenties. Vertrouw daarom ook altijd op de weldenkendheid van inwoners. Maak scheiden niet lastig. Inwoners willen het goed doen.”