Regie op de Textielketen 2025

3.5 Handhaving

Handhaving als sluitstuk

Handhaving is het sluitstuk voor een kwalitatief goede afvalinzameling. Van inwoners mag verantwoordelijkheid worden verwacht. zeker als de uitvoering van een goed inzamelbeleid een feit is, de inzamelvoorzieningen op orde zijn en de communicatie helder is.

Gemeenten moeten van de Rijksoverheid een Afvalstoffenverordening en een Uitvoeringsbesluit vaststellen. Daarin wordt wettelijk bepaald wat de regels zijn rondom de inzameling van huishoudelijk afval. Buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA) zijn door de gemeente aangewezen als toezichthouder.

Zij kunnen op overtredingen op regels in de Afvalstoffenverordening of de Wet milieubeheer controleren en in bepaalde gevallen bij overtredingen handhaven. Het is dus zaak als gemeente te zorgen voor een goede Afvalstoffenverordening en die ook aan de inwoners bekend te maken.

Een ander handhavingsvraagstuk bij textielinzameling is diefstal van textiel. Textiel wordt in sommige gevallen gestolen vanwege de waarde die een kledingstuk of een paar schoenen kan hebben. Bij ondergrondse containers gebeurt dit minder snel dan bij bovengrondse, omdat burgers hier minder snel bij kunnen.

Wel zijn antidiefstalkleppen mogelijk bij bovengrondse containers. Illegale inzameling houdt in dat partijen zonder instemming of toestemming, op eigen initiatief, inzamelen. Bijvoorbeeld door op de inzameldag van de huis-aan-huis inzameling zakken van straat te halen.

Of door het plaatsen van eigen inzamelvoorzieningen in private en/of in de openbare ruimte. Illegale inzameling leidt ertoe dat de gemeente, en daarmee de gecontracteerde inzamelaar/sorteerder minder herdraagbaar (waardevol) textiel in handen krijgt, maar ook dat de gemeente niet weet wat er met het ingezamelde materiaal gebeurt. Het is daarom belangrijk actief te handhaven op illegale inzameling.

Een van de meest voorkomende vormen van illegale textielinzameling is het plaatsen en gebruiken van illegale textielcontainers. Dit zijn containers die zonder toestemming van de gemeente en zonder vergunning worden geplaatst, wat een overtreding is op grond van de Afvalstoffenverordening en/of de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Deze bakken lijken op het eerste gezicht onschuldig en zelfs nuttig, maar schaden in werkelijkheid het milieu, goede doelen en de leefomgeving. Bovendien maken ze toezicht en ketentransparantie onmogelijk.

De inhoud van deze bakken bereikt vaak niet de beoogde goede doelen of kringloopwinkels, maar verdwijnt naar de zwarte markt of wordt illegaal geëxporteerd. Daarnaast zorgen de illegale containers voor zwerfafval, dumping en onveilige situaties in de buurt. Gevolg hiervan is verlies van waardevol textiel voor de gemeentelijke keten; gemeenten en legale inzamelaars lopen inkomsten mis, wat uiteindelijk doorwerkt in een hogere afvalstoffenheffing voor alle inwoners.

Vaak ontbreekt op deze bakken duidelijke informatie over de herkomst en eigenaar. Ze worden strategisch geplaatst op goed zichtbare plekken, soms zelfs vlak bij legale containers, waardoor het voor burgers lastig is het verschil te herkennen en door de anonimiteit van de eigenaar bemoeilijkt het gemeenten om handhavend op te treden.

Gemeenten hebben verschillende mogelijkheden om handhavend op te treden. Handhaven kan door te controleren op plaatsingsvergunningen, het verwijderen van de illegale containers, communicatie met bewoners over het herkennen van legale bakken en samenwerking met toezichthouders. Om deze problematiek juridisch effectief aan te pakken, heeft de NVRD een stappenplan voor handhaving ontwikkeld. Dit plan helpt gemeenten de illegale textielinzameling beter te reguleren en de waardevolle textielstroom te beschermen.