Gerecyclede kunststoffolie heeft een geurtje, hoe je het ook scheidt
Huishoudelijk kunststofverpakkingsafval kan thuis apart worden gehouden (bronscheiding) of later uit restafval worden gescheiden (nascheiding). Onderzoek wijst nu uit dat er geen significant verschil is tussen de hoeveelheid moleculaire verontreiniging in gerecycled materiaal uit beide recyclesystemen. De onderzoekers richtten zich vooral op de geur van het gerecyclede verpakkingsmateriaal, omdat dat één van de merkbare effecten is van moleculaire verontreiniging.
Het Learning Center Kunststof verpakkingsafval heeft samen met de gemeenten Utrecht, Amsterdam en Den Haag een onderzoek laten uitvoeren gericht op de moleculaire verontreiniging (geur) bij kunststof bij bron- en nascheiding. Het onderzoek is uitgevoerd door Wageningen Food & Biobased Research. De onderzoekers voerden uitgebreide analyses uit en legden gerecyclede folies uit bronscheiding en nascheiding voor aan een geurpanel. “Materialen uit beide recyclingwijzen bleken te geuren, maar op een andere manier”, licht onderzoeker Ingeborg Smeding toe. “Foliemateriaal uit bronscheiding ruikt vooral ranzig en nootachtig, terwijl het materiaal uit nascheiding met name aards en muf ruikt.”
Keuze voor een gemeente
In de rapportage wordt ook ingegaan op eerdere onderzoeken naar bron- en nascheiding en de kleine verschillen tussen deze twee methodes. Het huidige onderzoek biedt volgens onderzoeker Ulphard Thoden van Velzen een aanvulling op de eerdere onderzoeken. “In de literatuur was nog weinig informatie over de moleculaire verontreiniging van bron- en nascheiding. Dit onderzoek geeft daar nu duidelijkheid over. Voor zowel bron- als nascheiding is er sprake van geur.” Thoden van Velzen benadrukt dat de keuze voor bron- of nascheiding daarmee niet afhankelijk hoeft te zijn van de output van het materiaal. “Dat is vergelijkbaar. De keuze voor bron- of nascheiding is wel afhankelijk van andere parameters zoals het huidige inzamelsysteem of bijvoorbeeld hoogte van de participatiegraad.”
Een beschrijving van het project kunt u vinden op de website van Wageningen Food & Biobased Research.
De rapportage staat in de kennisbibliotheek VANG-HHA.