170 miljoen zakken huisvuil minder verbrand
Met het in 2015 gestarte programma VANG-Huishoudelijk Afval (VANG-HHA) is een enorme impuls gegeven aan de scheiding van huishoudelijk afval. De ambitie van het programma was gericht op het scheiden van 75% van het huishoudelijk afval in 2020 en maximaal 100 kilogram restafval per inwoner per jaar.
De scheiding van huishoudelijk afval is de afgelopen jaren flink toegenomen. De meest recente cijfers uit 2019 laten zien dat dat het scheidingspercentage is gestegen van 50 naar ruim 60% en dat de hoeveelheid restafval per inwoner tussen 2014 –2019 met gemiddeld 60 kg per inwoner is gedaald tot ongeveer 180 kilogram per inwoner. Voor Nederland betekent dit dat er jaarlijks 88.000 volle vuilniswagens met restafval minder rechtstreeks naar de eindverwerking rijden oftewel dat in 2019 in vergelijking met 2014 jaarlijks ruim 170 miljoen minder volle huisvuilzakken rechtstreeks de verbrandingsoven in gaan. We zijn dus op de goede weg. De realisatie van de ambities voor 2020 ligt gemiddeld helaas nog buiten bereik.
Afvalscheiding draagt bij aan CO2- doelstellingen
Niet alleen de hoeveelheid restafval daalt. Er worden ook meer grondstoffen gescheiden. In vergelijking met 2014 werd in 2019 in totaal ruim 1000 Kton meer grondstoffen gescheiden. 700 Kton via scheiding aan de bron en ruim 300 Kton via nascheiding (o.a. PMD en grof huishoudelijk restafval). Dat is ruim 60 kilogram extra per inwoner. Elk jaar weer. Vooral de scheiding van gft-afval en kunststofverpakkingsafval/PMD is fors toegenomen.
Naast het behoud van grondstoffen wordt hiermee ook een forse bijdrage geleverd aan het klimaatbeleid. Een eerste berekening op basis van nieuwe indicatoren laat zien dat alleen al de extra bronscheiding van huishoudelijk afval in de periode 2014-2019 een besparing van ongeveer 500.000 ton aan CO2-equivalenten oplevert (0,71 kg CO2 per kg restafval). Dat is een forse besparing als je je realiseert dat 1 ton CO2 besparing gelijk is aan bijvoorbeeld een rit van 5800 km met een gemiddelde auto.
Vervolgstappen
Scheiding van huishoudelijk afval heeft de afgelopen jaren een flinke impuls gekregen. Deze trend moet worden doorgezet. Toch zijn er ook nog wat stappen te maken. Zo is de totale afvalhoeveelheid per inwoner redelijk stabiel gebleven rond de 495 kg per inwoner per jaar en is er sprake van slechts een paar procenten afvalpreventie. Voor 2020 wordt door corona zelfs een stijging van het aanbod verwacht tot wel 10% voor bepaalde deelstromen. Niet alles dat wordt gescheiden wordt ook daadwerkelijk hoogwaardig gerecycled. Deze verliezen verschillen per deelstroom en zijn afhankelijk van recyclebaarheid, verlies tijdens het sorteer- en recyclingproces en de marktsituatie.
Tenslotte heeft de intensivering van de gescheiden inzameling ook tot ongewenste effecten geleid zoals druk op de kwaliteit van de grondstoffen en op de openbare ruimte door bijvoorbeeld inzamelvoorzieningen en verkeerd aangeboden afval. Al deze punten verdienen aandacht.
Samenwerking in de keten
Op basis van een evaluatie worden nieuwe ambities geformuleerd met een bijbehorende aanpak voor de periode tot en met 2025. Alleen door stevig in te zetten op zowel afvalpreventie, meer en kwalitatief betere afvalscheiding, hoogwaardige recycling en het voorkomen van ongewenste neveneffecten kan de volgende stap worden gezet en een bijdrage worden geleverd aan een circulaire economie. Hiervoor is een goede samenwerking van alle partijen in de keten essentieel. De eerste stappen hiertoe zijn gezet.