Een nat/droog systeem voor fijn huishoudelijk afval in sterk stedelijk gebied?
Er ligt nog een forse uitdaging voor sterk stedelijke gebieden als het gaat om afvalscheiding. Wellicht wordt het tijd voor een 'system redesign' daar. Met een nat/droog systeem kunnen we het veel eenvoudiger maken voor zowel de inwoner als de gemeente. En daarbij toch goede afvalscheidingsresultaten behalen. Een pleidooi en oproep om een dergelijk systeem verder uit te werken en te beproeven.
Problematisch
In sterk stedelijk gebied lukt het nog niet zo best met de gescheiden inzameling van fijn huishoudelijk afval. Bewoners hebben vaak weinig ruimte voor het apart houden van meerdere afvalstromen in huis en geen eigen containers. Ze zijn aangewezen op collectieve voorzieningen, waarvoor ze een stukje moeten lopen, fietsen of zelfs met de auto. Als ze de voorzieningen voor gescheiden afval überhaupt al weten te vinden. Ook gemeenten worstelen met de inzameling in stedelijk gebied. Het is moeilijk voldoende collectieve voorzieningen te plaatsen, de communicatie moet eigenlijk in meerdere talen en er is een hoog verhuistempo van bewoners. Dit alles maakt dat veel van de te recyclen afvalstromen in het restafval belanden. Andere problemen zijn de lage kwaliteit van de gescheiden stromen en de bijplaatsingen bij verzamelcontainers.
Diftar no-go
In minder stedelijke gebieden is een goede afvalscheiding prima te bereiken met diftar. In de grote steden is dat systeem een stuk lastiger te implementeren en te beheren, door de hierboven genoemde zaken maar ook door toerisme en de gemiddeld lagere betrokkenheid van bewoners.
Omdenken
De pmd-inzameling is in sterk stedelijk gebied al vaak ingewisseld voor nascheiding van pmd vanwege de lage respons en kwaliteit. Nascheiders geven aan dat ze nog veel meer te recyclen afvalstromen uit het huishoudelijk restafval kunnen scheiden, als die stroom maar droog is en geen groente-, fruit- en etensresten (gfe) meer bevat. Hier ligt wellicht een interessante oplossingsrichting. Als we het gfe koste wat kost uit het restafval weten te houden, wordt het restafval een grondstoffenmix: een verzameling scheidbare grondstoffen met nog een klein beetje echt restafval. De nascheidbaarheid van de grondstoffenmix wordt dan feitelijk de tweede goede reden om het stedelijk gfe te scheiden, naast dat we die natuurlijk willen benutten om er biogas en compost (meststof) van te maken.
Gfe als sleutelstroom
De uitdaging ligt dus bij het scheiden van het gfe. Als dat lukt, zouden we een tweestromensysteem kunnen hanteren in sterk stedelijk gebied: gfe en fijn restafval (de grondstoffenmix). Eenvoudig te motiveren, makkelijk uit te leggen en goed te beheren. Je maakt inwoners blij met een sterke versimpeling, maar vraagt daarbij wel van ze dat ze al hun gfe gaan scheiden.
Hoe naar 100% gfe?
Om al het gfe gescheiden ingezameld te krijgen zijn extra maatregelen nodig. Sowieso moeten er voldoende gfe-bakken komen natuurlijk: iedere inwoner moet een ontdoeningsgelegenheid hebben. Vanuit het landelijke project Afvalscheiding Hoogbouw weten we al best veel over hoe we bewoners kunnen motiveren tot en helpen bij gewenst gfe-scheidingsgedrag. Ook de voedselrestenvermaler (met terugwinning van het gfe) kan een deel van de oplossing zijn. Verder zouden we de (wettelijke) verplichting voor de inwoners sterker kunnen vastleggen, communiceren en handhaven. Daarnaast zouden slimme sensoren kunnen helpen om bijvoorbeeld gfe (vocht?) te detecteren in door de inwoner aangeboden restafval, waardoor er feedback of zelfs weigering kan plaatsvinden.
Andere voordelen
Het geschetste nat/droog systeem sluit aan op hoe afvalscheiding ooit is begonnen: met het gft. Groot verschil met destijds is natuurlijk dat de nascheidingstechnologie nog niet/nauwelijks ontwikkeld was. Gemeentelijke investeringen beperken zich tot voorzieningen voor gfe-inzameling, iets dat sowieso verplicht gaat worden vanuit de regelgeving. Het systeem is verder mooi door te trekken naar stedelijk bedrijfsafval en ook het relatief droge afval uit de openbare ruimte, een stroom die nu nog veelal direct naar de verbranding gaat. Bestaande voorzieningen voor bijvoorbeeld glas, papier en textiel kunnen in tact blijven of omgekat worden tot gfe- en droge grondstoffenmixcontainers. Verder lijkt het nat/droog systeem een uitkomst te bieden om de producentenverantwoordelijkheid sterker tot haar recht te laten komen: “producent, hier heeft u de grondstoffenmix, neem uw verantwoordelijkheid”. Met wellicht een einde aan de afkeur-ellende. Ten slotte biedt een droge fractie meer en betere mogelijkheden voor reuk- en lekloze opslag en transport, zowel binnenshuis als buitenshuis, omdat de 'derrie' er niet meer in zit.
Uitdagingen
Zoals gezegd is de grote uitdaging om het gfe verregaand en goed te laten scheiden. Om zeker te zijn van een schone grondstof voor vergisting/compostering, zal er een goede opschoning nodig zijn voorafgaande aan verwerking. Dat zal investeringen vergen. Dat geldt wellicht ook voor de nascheidingscapaciteit. Daarnaast is de communicatie naar inwoners een uitdaging, want hoewel het systeem simpeler is, wil je de bestaande goede scheiders niet frustreren. Daar hoort een verhaal bij. Toverwoorden zijn daarbij wellicht 'groter gemak' en 'meer grondstoffen door voortschrijdende technologie'.
Proof of the pudding
Graag zouden we met jullie het nat-droog systeem verder bediscussiëren, via kanalen als Linked-In en Twitter, maar je reactie is ook welkom per mail naar addie.weenk@rws.nl. Uiteraard hopen we dat dat gaat leiden tot een aangescherpt en kansrijk concept dat we daadwerkelijk kunnen beproeven. We zien uit naar jullie reacties en suggesties!
Addie Weenk, Rijkswaterstaat