Gft-congres 2024
Donderdag 14 november 2024 vond in Utrecht de derde editie van het Gft-congres plaats. Aanwezig waren zo’n 130 ambtenaren van gemeenten en rijk, inzamelaars, verwerkers en omgevingsdiensten. Thema van deze dag: innovatie en kwaliteit. Verschillende sprekers vertelden vanuit hun eigen expertise en ervaring over de nieuwste ontwikkelingen in de gft-sector. En hoe deze kunnen bijdragen aan het verbeteren van de gft-kwaliteit.
Toekomstbeelden gft in circulaire economie
Peter Oei, programmamanager biobased bij het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselveiligheid en Natuur, laat zien dat de behoefte aan biogrondstoffen in 2050 tien keer zo groot wordt als nu. Inzamelen van de organische reststroom, zoveel mogelijk en zo goed mogelijk van kwaliteit, wordt daarom alleen maar belangrijker. Peter vertelt wat we allemaal kunnen maken en doen met bioafval en biomassa. Dan gaat het met name om nutriënten voor de bodem (voor bodemkwaliteit en landbouw), bouwstoffen en energie. Voor alle drie is er veel potentie, waarbij we wel moeten waken dat de energietoepassing niet ten koste gaat van het terugwinnen van nutriënten.
Peter noemt verschillende voorbeelden vanuit de tuin- en akkerbouw ter inspiratie, zoals het halen van vezels uit de voedingstuinbouw: van paddenstoelen erop kweken, gevolgd door wormen, om er tenslotte potgrond van te maken. Volgens hem vormt deze gecascadeerde vierkantswaardering, het trapsgewijs uit één stroom zoveel mogelijk verschillende producten te halen, ook voor gft en gfe een belangrijke sleutel.
Stand van zaken gft
Tim Brethouwer (Vereniging Afvalbedrijven) schetst waar we staan met de inzameling en verwerking van gft. De gemiddelde groei is de afgelopen 10 jaar zo’n 1 á 2% per jaar. Dat komt niet alleen door interventies van gemeenten, maar ook domweg door de groei van de bevolking. En door het veranderende klimaat. ‘Warme winters en natte zomers zorgen voor meer tuinafval.’
Het scheidingspercentage van gft is inmiddels gestegen naar 65%. Maar: wat is eigenlijk onze doelstelling? geeft Brethouwer de zaal als open, prikkelende vraag mee. Verder een opmerkelijke ontwikkeling: na drie opeenvolgende jaren van geleidelijke daling is t/m Q3 van 2024 weer sprake van een lichte toename van de vervuiling. De reden ervan laat zich nog niet raden. Tot slot de vraag: leidt diftar voor gft tot meer vervuiling? Ja, zo blijkt. Bij een hogere stedelijkheidsklasse geeft diftar meer vervuiling.
Terugkoppelen over kwaliteit gft naar inwoners
Steeds meer gemeenten controleren de kwaliteit van het aangeboden gft bij inzameling. Ter inleiding op de twee praktijkvoorbeelden hierna zet Addie Weenk (Rijkswaterstaat) de verschillende methoden op een rij:
- Voorlopers met kaarten/gesprekjes aan deur
- Handscanners
- Metaalscanners op de wagen
- Camera’s op wagen
- Visuele inspectie/sorteeranalyse
Deze methoden zijn zeker ook voor restafval van belang, geeft Weenk de zaal mee. ‘Want daar valt qua gft nog veel winst te behalen.’
Gft-e op de kaart gezet
Bij de gemeente Oosterhout (Chantal Oprins en Jeroen van Strien) werden relatief veel gft-vrachten afgekeurd, bleek uit een sorteeranalyse begin 2023. Zo ontstond het kaarten uitdelen, een idee dat door de chauffeurs en beladers met enthousiasme werd opgepakt (‘Wij gaan het beter doen dan Breda!’). Al snel zag men de gft-stroom verbeteren tot ‘praktisch geen afkeuring meer’.
De gemeente stelde vervolgens een protocol op, waaronder het informeren van bewoners via social media, bijvoorbeeld over wat wel en niet bij het gft-afval hoort. Want er is nog veel onwetendheid, blijkt ook uit een korte quiz met de zaal. Horen koffiepads bij het gft-afval? En mosselen? De juiste antwoorden zorgen voor nogal wat verrassende blikken.
Bij tweemaal een afkeuring krijgen de bewoners een brief. Verder zijn er twee afvalcoaches actief, die ook een boete kunnen uitschrijven. ‘Maar verreweg hun belangrijkste rol is voorlichting, de onwetendheid wegnemen; we hebben nog niet één keer gehad dat het naderhand niet goed ging.’
Veel vragen vanuit de zaal, onder andere over hoe de registratie verloopt. Dat gebeurt via een speciale app, zodat er makkelijk en snel een melding met foto’s kan worden doorgeven. ‘Belt een inwoner nog diezelfde middag dan kan er direct terugkoppeling worden gegeven. Dat is cruciaal.’
Tytsjerksteradiel voor schoner bioafval
Gemeente Tytsjerksteradiel (Sjoukje Minnema-van der Weg en Elly Postma) presenteert een andere methode om naar inwoners toe terug te koppelen. Door in de inzamelwagen foto’s te maken tijdens het legen van de minicontainer, heb je zicht op wat in de bakken zit. De foto komt in een database terecht, op kantoor volgt de beoordeling. Zo nodig worden er brieven verstuurd naar mensen die niet goed gescheiden hebben, vooral bedoeld om hen op weg te helpen. Levert dat geen resultaat op dan volgt een tweede brief en uiteindelijk bezoek van een boa.
Bij 80% van de bewoners die een brief ontvingen, is een verbetering te zien. Ongeveer 10% van de inwoners belt naar aanleiding van de brief, vaak voor meer informatie. Een veelgehoorde vraag: hoe doen jullie dit met de huidige AVG? ‘In het besluit afvalstoffenverordening is opgenomen dat voor het doel, afval scheiden, een aantal zaken mogen worden geregistreerd. Deze activiteiten hebben we ook opgenomen in het verwerkingsregister persoonsgegevens van de gemeente.’
Panelgesprek over inzamelen in hoogbouw en binnenstad
De hoogbouw en de binnenstad; dit zijn vaak de lastigste plekken voor gemeenten om gft in te zamelen. Toch is het belangrijk dat het gebeurt. In een panelgesprek vertellen Maarten Mulder (HvA – BASSTA), Anneke Buijze (gemeente Utrecht) en Tom Blommaart (Renewi) over hoe we kunnen zorgen dat er meer wordt ingezameld in deze gebieden.
Wat maakt gft inzamelen bij hoogbouw zoveel lastiger?
Maarten: ‘Bewoners hebben vaak geen buitenruimte. Gft binnenshuis bewaren kan voor ongewenste situaties zorgen zoals stank en fruitvliegjes. Maar ook het heen en weer lopen met een bakje naar de gft-container betekent vaak al een drempel.’
Welke interventies zijn nuttig?
Maarten: ‘Soms kunnen we met technische oplossingen al een heel eind komen, zoals een klepverkleiner om minder restafval in de gft-container te doen belanden. Maar het gaat vooral om mensen te motiveren hun gedrag te veranderen. Verschillende interventies helpen daarbij. Voor de een is een brief geschikt, de ander wordt geprikkeld door een poster bij de lift. Het vergroten van kennis is daarbij belangrijk. Veel mensen willen wel, maar weten soms oprecht niet wat wel en niet bij het gft-afval hoort.’
Wat zijn de ervaringen in de binnenstad van Utrecht?
Anneke: ‘De uitdagingen zijn hier groot. De binnenstad is deels onderkelderd, waardoor daar geen ruimte is voor ondergrondse containers. Er geldt een aslastbeperking vanwege de bruggen en bovendien gaat het om winkelgebied, inclusief venstertijden. Er zijn zeker ideeën om verbeteringen door te voeren, maar we lopen toch tegen obstakels aan zoals geld, zeker in deze tijd van bezuinigingen.’
Hoe gaat dat in andere Utrechtse wijken?
Anneke: ‘We richten ons niet op één methode. In hoogbouwwijken zoals Kanaleneiland en Overvecht gaat dat om een systeem met cocons. Voor wijken die daar niet geschikt voor zijn – zoals Wittevrouwen met veel smalle straten – zijn we een systeem aan het ontwikkelen met minimale ondergrondse en bovengrondse impact, zoals een buis in de grond.’
Wat betekent het voor de verwerkers als er straks meer gft+e vanuit hoogbouw wordt ingezameld?
Tom: ‘De volumes die op ons afkomen zullen steeds meer etensresten zijn, natter worden en minder tuinafval bevatten. Dat leidt tot nieuwe verwerkingsmethodes, zoals vergisting. In de horeca wordt dat met swill-afval al langer gedaan. Gfe is net weer anders van samenstelling en het lukt Renewi nu om dit materiaal ook te verwerken. Dit proces levert onder meer gas en digestaat op. Digestaat wordt weer mee-gecomposteerd in compost.’
Deelsessies
1. Keuring kwaliteit gft met AI-gestuurde camera’s voorafgaand aan verwerking
Kan een AI-camera de mate van vervuiling in gft meten? Die vraag staat centraal in een pilot van Attero (André van Osch). Attero plaatste daarvoor camera’s in de ontvangsthal van locatie Wijster, waar vrachtwagens lossen op een luik. Met behulp van AI werden de opnames vervolgens geanalyseerd en beoordeeld.
Het systeem blijkt goed te werken: de vervuiling wordt herkend in het gft. Daarmee is AI een beter en veiliger alternatief dan een controleur op de werkvloer, luidt de conclusie. Kunnen we met AI op vrachtniveau nu vrachten goed- of afkeuren? ‘Nee en ja. Nee, de camera’s kijken alleen naar de buitenkant. Ja, met het verzamelen van veel data komt vanzelf de grote lijn naar boven.’ Aanvullend daarop een vraag uit de zaal: hoe wordt het tellen van objecten die niet in de stroom thuishoren omgezet naar gewichtspercentage? ‘We sturen op oppervlakte, daar zit een stukje onnauwkeurigheid in. Maar door onze data te ijken met bestaande sorteeranalyses en er ook regelmatig zelf naar te kijken, komen we tot een redelijke beoordeling van de verontreiniging in het gft qua gewichtspercentage.’
2. FAQ kleinschalig verwerken bioafval
Steeds meer bedrijven en buurtbewoners willen hun eigen bioafval (gft/gfe/swill) verwerken op locatie in plaats van het aan te bieden aan een inzamelaar. Maar mag dat wel vanuit de wet- en regelgeving? Rijkswaterstaat (Paula Huismans) licht het nieuwe document ‘Veelgestelde vragen en antwoorden rond kleinschalig verwerken van gft/gfe/swill’ toe. Dit document, opgesteld door bureau LeAF in samenwerking met de ministeries van IenW en LVVN met RVO, RWS en de NVWA, gaat in op verschillende aspecten die relevant zijn voor dit onderwerp. Vanuit beleid is er namelijk de eis om circulair om te gaan met afval. Er zijn ook risico’s voor gezondheid en de bodem als je gft zelf gaat verwerken.
Paula licht de verschillende methoden toe, zoals kleinschalig composteren en vergisten, maar ook fermenteren en wormen. Een belangrijke uitzondering: voor één particulier die eigen afval verwerkt en toepast op eigen grond gelden de regels niet.
3. Biowaste collection schemes to maximize captures and optimize operations: an overview from abroad
In deze sessie neemt Scuola Agraria del Parco di Monza (Enzo Favoino) ons mee in een overzicht van hoe in andere Europese landen en het Verenigd Koninkrijk gft en gfe worden ingezameld en wat daarvan de resultaten zijn. Opvallend daarin is dat de wet van de remmende voorsprong lijkt te gelden. Dat wil zeggen dat landen, zoals Nederland, die al eerder zijn gestart met het gescheiden inzamelen van bioafval het minder goed lijken te doen dan landen die de afgelopen jaren met de gescheiden inzameling zijn begonnen. Deze landen hebben zich vooral gericht op voedselresten/ keukenafval en minder op tuinafval. Zo wordt in steden als Milaan, Bristol, Ljubljana en Kopenhagen ruim 87% van het bioafval (keukenafval) ingezameld. Belangrijke succesfactoren voor dit hoge percentage zijn:
- Aan huis ophalen in plaats van verzamelcontainers op afstand
- Keukenafval inzamelen in plaats van gecombineerd met tuinafval
- De frequentie van inzamelen
- Het makkelijk maken voor huishoudens door bijvoorbeeld bakjes voor in de keuken
4. Inzet gedrag en communicatie voor meer gfe-inzameling
De gemeente Rotterdam (Sigrid Schuurmann, Marianne Vogels en Ellen Persoon) vertelt over hun communicatieaanpak om gfe-inzameling bij hoogbouw te introduceren. Daarvoor vond in 2020 eerst een uitgebreid onderzoek plaats, dat verschillende inzichten opleverde, zoals: mensen zijn meer gemotiveerd als de compost lokaal terugkomt. En barrières als ‘ik woon klein, het stinkt en er komen fruitvliegjes op af’.
Dat leidt tot een eerste communicatiemoment richting bewoners op basis van vier vragen:
- Waar draagt het scheiden van gfe aan bij?
- Wat gebeurt er met het gfe?
- Hoe werkt het scheiden van gfe? Met veel tips!
- Wat mag wel en niet in de container?
De volgende stap is de aankondiging dat ‘we binnenkort de containers gaan plaatsen’. In de laatste fase ontvangen de bewoners dan een informatiepakket met folder voor handige tips, een afvaltag om de container mee te openen en een bon om gratis een afvalbakje op te halen.
Uit eigen ervaring noemt de gemeente Rotterdam tot slot vijf elementen die bewoners (blijvend) motiveren om gfe te scheiden:
- Tweede kans om bakje/informatie op te halen
- Bijdrage leveren aan eigen leefwereld
- Delen van resultaten in de wijk
- Blijvende aanmoediging om gfe te scheiden (zoals een ansichtkaart met ‘Goed bezig!’)
- Ambassadeurs die andere bewoners inspireren
5. Het oliemannetje voor meer swill-inzameling in Nijmegen
Bureau Lentekracht (Bram Lamberts) en Rijkswaterstaat (Maarten van het Boscher) presenteren hun gezamenlijke project ‘Het oliemannetje voor meer swill-inzameling in Nijmegen’. De presentatie begint met een NRC-bericht: kleine bedrijven scheiden afval veel minder goed dan huishoudens. Voor het project Oliemannetje zijn in Nijmegen zo’n 200 horecazaken en in totaal 1.000 ondernemingen benaderd in persoonlijke gesprekken, met als doel de gescheiden bedrijfsafvalinzameling in de binnenstad van Nijmegen te verbeteren.
De reacties waren overwegend positief en enkele conclusies zijn dat ondernemers vaak nog onvoldoende weten over regels en mogelijkheden, maar niet onwelwillend zijn. Ook is het aanbod van passende inzamelmiddelen voor swill nog te beperkt. Op dit moment is het inzamelen van swill vaak nog te duur voor de ondernemer én de inzamelaar, maar de volumes zijn er, en daarmee ook de kansen! Communicatie en informatie blijft hierbij belangrijk. Bram Lamberts doet de oproep aan gemeenten om het gesprek tussen ondernemers en inzamelaars te faciliteren.
6. Minder voedselverspilling bij inwoners
In de laatste deelsessie zijn het Voedingscentrum (Marjolijn Schrijnen) en de gemeente Amsterdam (Nesha Narain) aan het woord over voedselverspilling. Marjolijn vertelt over het verschil tussen vermijdbare en onvermijdbare voedselverspilling, wat de milieu-impact is en welke producten het meest worden verspild. Ze licht ook verschillende interventies voor consumenten toe, zoals de Verspillingsvrije Week, het eetmaatje en een nieuwe interventie waarin deelnemers gaan meten wat ze verspillen. Deze interventie gaat gemeente Amsterdam testen.
Dat vormt een bruggetje naar de activiteiten van gemeente Amsterdam, die als doel heeft om in 2030 50% minder voedsel te verspillen. Nesha ligt toe hoe ze dit voor elkaar willen krijgen, zoals het communiceren over voedselverspilling bij het uitdelen van gft-bakjes en het organiseren van een Verspillingsvrije Week. De gemeente werkt ook samen met de horeca in de No Waste Challenge 020. Tot slot heeft Circulaw een overzicht gemaakt van juridische instrumenten die gemeenten kunnen gebruiken tegen voedselverspilling.