Rotterdam strijdt met glascampagne tegen ‘de mythe van de grote hoop’
De gemeente Rotterdam werkt sinds begin 2024 met een wijkgerichte campagne om meer glas gescheiden in te zamelen. Daarbij gaat het om het verlagen van praktische drempels, het bieden van handelingsperspectief en het vergroten van bewustzijn. Programmamanager Grondstoffennota Daan Vermeer, projectleider Lovina Waterreus en communicatieadviseur Ellen Persoon vertellen over hoe hun aanpak tot stand kwam en wat het opleverde.
Waarom glas? Glas is een van de eenvoudigste afvalstromen om te scheiden. Toch laat de praktijk zien dat dit in de grote steden geen garantie is voor goede resultaten. Zoals in Rotterdam. Waar landelijk zo’n 80 tot 85% van het glas in glasbakken belandt, blijft het in Rotterdam steken op ongeveer 50%. ‘In lijn met de Grondstoffennota monitoren we jaarlijks de samenstelling van het huishoudelijk restafval,’ vertelt Daan Vermeer. ‘Daaruit blijkt dat relatief veel glas, papier en textiel hier in het restafval verdwijnt. Wij focussen op glas omdat, in tegenstelling tot bij de andere stromen, glasbakken niet vaak vol zitten, het geen bijplaatsingen veroorzaakt en dus ook weinig meldingen van bewoners oplevert. Bovendien is glas zwaar, waardoor het effect heeft op de kilo’s restafval. Het is makkelijk apart te houden door bewoners, kan goed gerecycled worden en draagt bij aan de recycledoelstelling.’
Datagedreven en wijkgerichte aanpak
‘We kiezen in de campagne voor een wijkgerichte benadering’, legt Ellen Persoon uit. ‘En richten ons op wijken waar zowel weinig glas wordt ingezameld als veel glas in het restafval wordt aangetroffen. Waar dus de grootste winst te behalen is.’ Daan: ‘Deze aanpak voorkomt dat middelen versnipperd worden over de hele stad. Per uitrol worden 4 tot 5 wijken geselecteerd, waarbij we in twee weken ongeveer 60.000 inwoners bereiken’.
Communicatiestrategie: helder en concreet en herhaalbaar
De kernboodschap van de campagne is bewust eenvoudig gehouden: Gooi je glas in de glasbak. Die eenvoud is een bewuste keuze, gebaseerd op gedragsonderzoek. ‘In onze communicatie gaan we in op vragen die inwoners vaak hebben,’ zegt Ellen. ‘Waarom is het zinvol om afval te scheiden? Hoe kan ik dat het beste doen? En wat gebeurt ermee na de inzameling? Met dat laatste proberen we de veelgehoorde misvatting te ontkrachten dat alles uiteindelijk op één hoop belandt.’
De mythe van ‘de grote hoop’
Lovina Waterreus: ‘Een van de grootste obstakels voor gedragsverandering is namelijk dat hardnekkige idee dat afvalscheiding ‘toch geen zin heeft’. Deze mythe van de grote hoop leeft breed – niet alleen in Rotterdam, maar landelijk. Hiervoor hebben we onder andere een video ontwikkeld, die laat zien wat er gebeurt na de inzameling.’ Veel mensen zijn het vertrouwen kwijtgeraakt in de recycling van afval, onder andere doordat de aanpak van PMD veranderde. ‘In
Rotterdam wordt plastic niet meer apart ingezameld, maar nascheiden gebeurt wel degelijk – alleen weten bewoners dat vaak niet’, aldus Ellen.
Meer gemak, meer zichtbaarheid
In veel Rotterdamse wijken wonen mensen klein en hebben zij weinig ruimte om meerdere soorten afval apart te houden. ‘Terwijl gemak altijd een belangrijke factor is bij afvalscheiding. Ook staan restafvalcontainers vaak dichterbij dan glasbakken. Daarom koppelen we het handelingsperspectief aan bestaande routines,’ vertelt Ellen. ‘Bijvoorbeeld: neem je glas mee als je toch boodschappen gaat doen of de hond uitlaat. Door afvalscheiding een logisch onderdeel
te maken van het dagelijks leven, verlaag je de drempel. Daarnaast verbeteren we ook de zichtbaarheid van de glasbakken. Bakken krijgen een gele band en duidelijk herkenbare stickers met pictogrammen. Ook zijn er wel/niet-lijsten aangebracht en wordt in de campagne verwezen naar een kaart met glasbakken in de buurt.’
Communicatiemiddelenmix
‘Verder zetten we de campagne in met een mix aan communicatiemiddelen en -kanalen, afgestemd op de wijk en doelgroep’, vertelt Lovina. ‘Voorbeelden van middelen zijn milkpaint graffiti bij restafvalcontainers, waarbij we met milieuvriendelijke natuurverf teksten spuiten op de stoep (‘Gooi je glas in de glasbak’) en bestickerde inzamelwagens met campagnebeelden. Maar ook berichten op social media en in wijknieuwsbrieven en flyers, posters en digitale
schermen. En dan doen we nog publieksacties, waarbij voorlichters in gesprek gaan met bewoners. Die werken goed. Het directe contact zorgt voor interactie, waarin we vragen kunnen beantwoorden en weerstand kunnen wegnemen.’
Monitoring en resultaten
De gemeente monitort in dertien wijken het hele jaar door de hoeveelheid glas in de glasbakken en bekijkt twee keer per jaar hoeveel glas er in het restafval belandt. Deze data gebruiken ze bij het bepalen van de ‘kansrijke’ wijken; waar het meest te winnen is. Daarnaast wordt na een campagneperiode het aantal kilo glas in de glasbakken gemonitord in de wijken waar de campagne is uitgevoerd. Ellen: ‘In de eerste periode kozen we voor de campagne 4 kansrijke,
onderling erg verschillende, wijken. De periodes erna kozen we vergelijkbare wijken. Na de eerste periode werd er in deze wijken meer glas ingezameld. Maar in de wijken van de campagneperiodes daarna zagen we wisselende cijfers. In de ene wijk zamelden we meer glas
en in andere wijken juist minder glas in, vergeleken met een jaar ervoor.’
De effecten van de campagne verschillen dus sterk per wijk, en een verklaring daarvoor vinden is moeilijk. ‘Helaas is de analyse van die data complex’, erkent Daan. ‘Er spelen in ieder geval vaak meerdere factoren tegelijk.’ Onderzoek toont wel aan dat de campagne-uitingen goed worden gezien en herinnerd. ‘Vooral visuele middelen als driehoeksborden en milkpaints vallen op. Daarmee wordt de bewustwording van het belang van het scheiden en recyclen van glas
vergroot.’
Lessen voor andere gemeenten
Hoewel de campagne een Rotterdamse, en dus grootstedelijke context heeft, zijn veel elementen van de aanpak goed toepasbaar elders. Denk aan:
- De wijkgerichte, datagedreven selectie
- De eenvoud van de communicatieboodschap
- De koppeling aan dagelijkse routines
- De inzet van fysieke en persoonlijke communicatiemiddelen die aansluit bij de informatiebehoefte van bewoners
- Het gebruik van herkenbare kleuren voor de afvalbakken
‘We delen onze aanpak graag met andere gemeenten die met glas aan de slag willen’, aldus Daan.
Vervolg campagne en uitbreiding
De campagne loopt voorlopig door tot eind 2026, parallel aan de looptijd van het programma van de Grondstoffennota. Ellen: ‘En we willen de aanpak verbreden naar andere afvalstromen, zoals papier en karton. Voor PMD wordt een andere strategie gevolgd: daar draait het minder om scheiden aan de bron en meer om vertrouwen geven in nascheiding. ‘We passen dezelfde logica toe,’ vertelt Lovina. ‘Wat mag erin? Waarom is het belangrijk? En wat gebeurt ermee? Dat werkt – ook bij andere afvalstromen.
