‘Laat bewoners meedenken over het afvalbeleid van hun wijk’
Maastricht testte in 3 wijken verschillende afvalinzamelsystemen
Bewoners zelf hun afvalsysteem laten kiezen. Dat is de kracht van de afvalproef geweest in de gemeente Maastricht, aldus beleidsmedewerker Hennie van Eck. ‘Door met bewonerspanels te werken, gaan mensen serieuzer nadenken over afvalscheiding.’
Een Maastrichtenaar stopt gemiddeld 114 kg afval per jaar in de restafvalcontainer. Het grootste gedeelte hiervan, maar liefst 49%, bestaat uit groente-, fruit- en tuinafval (gft). Vooral bij hoogbouw zit er veel gft in het restafval. Van Eck: ‘Flatbewoners en bewoners in het centrum zonder tuin kunnen hun groente, fruit en etensresten (gfe) in kleine groene emmertjes verzamelen en aan de straat zetten. Maar dit doen ze beperkt. Met name door de beperkte opslagmogelijkheden en geuroverlast. De gemeenteraad heeft als doel gesteld dat Maastricht in 2030 afvalloos is. Tot nu toe doen we het goed wat betreft recycling. In 2016 werd 74% van het huishoudelijk afval gerecycled. Dat resultaat kwam door 2 succesfactoren: de invoering van diftar en de 57 milieuperrons in de wijken met 6 ondergrondse containers voor wit glas, bont glas, oud papier, karton en PMD (plastic, metalen verpakkingen en drankenkartons). Maar deze aanpak is niet voldoende om de doelstelling die onze gemeenteraad voor 2030 heeft bepaald, 100% recycling, te halen. Als eerste stap op weg naar 2030 zijn we gestart met de zogeheten Afvalproef in 3 geselecteerde wijken: 1 laagbouwwijk (550 aansluitingen), 1 hoogbouwwijk (300 aansluitingen) en 1 centrumwijk (1000 aansluitingen).’
Bewonerspanels
In de 3 proefwijken konden bewoners via bewonerspanels zelf een inzamelmethode voor gft, luiers en incontentiemateriaal, textiel en kleine elektrische apparaten, grof huishoudelijk afval en restafval ontwerpen. Dit deden ze op basis van een ‘afvalspel’ waar de bewoners bij diverse keuzes de consequenties zagen voor milieudoelstellingen (minder restafval), serviceniveau, kosten en werkgelegenheid. Van Eck: ‘Iedereen die deel wilde nemen aan de bewonerspanels kon meedoen. De bewonerspanels hebben per wijk 2 varianten uitgewerkt met in alle gevallen een lagere inzamelfrequentie voor restafval. Dat scoorde namelijk in alle gevallen goed voor de milieudoelstellingen. De bewoners van de proefwijken konden vervolgens begin 2017 via een digitale poll tussen één van beide varianten per proefwijk kiezen. Met de gekozen inzamelsystemen is een half jaar proefgedraaid in de tweede helft van 2017.’
Zelf gekozen inzamelvarianten
De gekozen varianten verschilden per wijk. Er waren wel overeenkomsten te ontdekken. Zo kozen alle proefwijken voor de gft-inzameling – ieder op hun eigen manier – voor een aparte inzameling van groente- en fruitafval (gf) en van tuinafval (t). Voor textiel en kleine elektrische apparaten kozen alle proefwijken voor een brengsysteem naar de bestaande milieuperrons in de wijken.
De verschillen zaten met name in de gekozen inzamelmiddelen (bij gft deels via emmertjes, deels via tuinkorven), de gekozen frequentie (luiers in de ene wijk 1x per week ophalen, in de andere wijk 2x per week ophalen), en de keuze tussen brengen of halen (in de ene wijk luiers brengen naar bestaande milieuperrons, in de andere wijk halen aan huis met emmertjes).’
Hoe verder?
‘De afvalproef wordt nu geëvalueerd. Dat doen we aan de hand van 4 voorwaarden die door onze gemeenteraad zijn meegegeven: milieudoelstellingen (recycling), service voor bewoners, de kosten en de stimulans van (sociale) werkgelegenheid. Tot nu toe hebben we al gezien dat in alle proefwijken het restafval in ieder geval is gedaald en er in de afvalstromen weinig tot geen vervuiling zit. Tijdens de proef is namelijk niets afgekeurd. Verder waren de bewoners te spreken over de Afvalproef omdat ze zelf konden beslissen de manier van afval inzamelen in hun proefwijk. Dat is dus ook mijn tip aan andere gemeenten. Met het afvalbeleid hoef je niet altijd top-down te werken. Elke inwoner krijgt te maken met afval dus burgerparticipatie is dan een logische eerste stap. Zo creëer je waarschijnlijk sneller draagvlak. Maar er waren ook afkeurende reacties. Zo vonden bewoners de proef te ingewikkeld, en klaagden sommigen over verkeerd aangeboden afval, stankoverlast en ontbrekende opslagruimte.’ Na de evaluatie van de resultaten van de Afvalproef wordt in 2018 een voorstel aan de gemeenteraad voorgelegd voor een stadsbrede uitrol vanaf 2019.
Figuur boven: een weergave van de samenstelling van het restafval aan de start van de Afvalproef