‘Veel uitproberen en dan onderzoeken wat werkt’
Geen beperkingen voor afvalscheiding
‘In Rotterdam bestaan de woningen voor driekwart uit hoogbouw. Weinig bewoners scheiden hun afval, dus daar valt veel te verbeteren’, zegt programmamanager Wouter Rikken van de gemeente Rotterdam. ‘Maar dat is niet eenvoudig, want de meeste bewoners hebben wel wat anders aan hun hoofd dan afvalscheiding. Daarom willen we het hen zo makkelijk mogelijk maken .’
De focus in Rotterdam lag jarenlang op schone straten en het aanpakken van zwerfafval. Rikken: ‘Dat was een politieke keuze, vooral vanwege het verbeteren van de veiligheid op straat en het zorgen voor een aantrekkelijke leefomgeving. We waren in de gemeente niet erg actief bezig met afvalscheiding door bewoners. Vorig jaar zijn we gestart met gft-inzameling in de laagbouw. Nu gaan we de nadruk leggen op de hoogbouw. Daar wonen immers de meeste Rotterdammers. Afvalscheiding is in Rotterdam een grote uitdaging, het gemiddeld aantal kg restafval per inwoner per jaar is hoog, vergelijkbaar met Rotterdam en Den Haag.’
Makkelijk dichtbij
‘De containers voor restafval staan voor de deur’ zegt Rikken, ‘makkelijk dichtbij dus. Ook de containers voor glas, papier en textiel staan relatief dichtbij. De kwaliteit van het gescheiden afval is hierdoor hoog, want mensen die afval scheiden, hoeven weinig moeite te doen. Verder is er een aantal containers voor plastic, metaal en drankkartons (PMD). Daarnaast kiezen we voor nascheiding van PMD, omdat deze afvalsoorten zich daarvoor goed lenen. We verwachten met een combinatie van bron- en nascheiding van PMD goede resultaten te bereiken.’
Zoektocht
Behalve afvalscheiding gemakkelijker te maken, richt de gemeente zich op goede, duidelijke communicatie aan de bewoners. Denk aan kennis delen over afval. Waar kun je terecht met welke afvalsoort? Wat gebeurt er met de afvalstromen? Wat is het voordeel van afvalscheiding?
Rikken: ‘We communiceren veel over afvalscheiding, maar het is nog een zoektocht hoe we mensen het beste kunnen bereiken. Het lastige met hoogbouw is dat bewoners vooral bezig zijn met hun basisbehoeften. Denk aan mensen met lage inkomens, één-oudergezinnen, mensen met schulden of psychische problemen. Afvalscheiding komt niet voor hun top 10. De informatie die wij verspreiden, gaat dan ook grotendeels langs hen heen.’
Gesprek met de stad
‘We onderzoeken daarom hoe we bewoners beter kunnen bereiken met onze informatie’, vertelt Rikken. ‘In Rotterdam hebben we het zogenoemde ‘Gesprek met de stad’. Dat zijn onder meer groepsgesprekken met Rotterdammers die een goede afspiegeling vormen van de inwoners. Deze gesprekken gaan over uiteenlopende onderwerpen. Voor ons vormen deze sessies een goed aanknopingspunt om verder te praten over afvalscheiding in de hoogbouw. We vragen aan bewoners om advies wat we beter kunnen doen. Dat levert veel op. Zo geven jongeren haarfijn aan: Wij kijken geen televisie en lezen geen krant. Misschien niet heel verrassend, maar ze vertellen vervolgens via welke kanalen zij beter zijn te bereiken. Bijvoorbeeld via apps of lesprogramma’s. We kunnen in elk geval nog een slag maken door meer gebiedsgericht en doelgroepgericht te communiceren via verschillende kanalen. Maatwerk dus.’
In beeld blijven
‘Met persoonlijke voorlichting hebben we goede ervaringen’, vervolgt Rikken. ‘We zetten afvalcoaches in die langs de deuren gaan en uitleg geven of vragen beantwoorden. Dan ben je letterlijk in beeld en mensen hebben meer aandacht voor het onderwerp dan wanneer ze een brief van de gemeente lezen. Als ze dat überhaupt al doen. Ook op straat geven we voorlichting. Al die gesprekken geven ons inzicht in wat er leeft en waaraan we nog aandacht moeten besteden. Het blijkt bijvoorbeeld dat de afvalcontainers te onopvallend zijn. Iemand vroeg zelfs: Waar staat die container eigenlijk? En diegene stond ernaast! We onderzoeken nu of we de containers door gekleurde banden meer kunnen laten opvallen, zonder dat ze het straatbeeld verstoren.’
Voortdurend experimenteren
We zijn voortdurend aan het experimenteren met afvalscheiding in de hoogbouw. In de wijk het Oude Westen was er bijvoorbeeld de roep om een schillenboer, omdat er veel mensen voedselresten op straat gooiden. Wat begon als proef van een kwartaal, is wegens succes al een paar keer verlengd. De schillenboer komt 3 keer per week langs met z’n bakfiets om etensresten op te halen. Steeds meer mensen doen mee. Dat heeft me echt positief verrast. Soms viel een experiment juist tegen. Bij een ouderenflat deden we een proef met ‘buurtcomposteren’. De bewoners kregen gft-bakjes voor op het aanrecht. Na inzameling ging het gft naar de composthoop van de naburige volkstuinen. Maar dit leverde te weinig op en de proef is gestopt. Dat is jammer, maar we hebben het tenminste geprobeerd. Verder experimenteren we met gft-scheiding in de wijk Ommoord bij 1.200 woningen verspreid over 7 flats. We onderzoeken de effecten van verplichte of vrijwillige gft-scheiding en de verschillende vormen van communicatie. Zoals een standaard informatiepakket of een combinatie van standaard communicatie en persoonlijke voorlichting.’
Tips?
Veel experimenteren met afvalscheiding, is de belangrijkste tip van Rikken. ‘Een goed vertrekpunt is het landelijk wetenschappelijk onderzoek naar afvalscheiding in de hoogbouw.
Rotterdam doet mee met een pilot die in 2018 van start zal gaan. Het onderzoek gaat veel kennis leveren over mogelijke interventies. Maar niet alles hoeft van tevoren wetenschappelijk onderbouwd te zijn. Soms is het goed om iets te doen en dan later te zorgen voor een onderbouwing. Gewoon van alles proberen en ervaringen uitwisselen.’