Inzicht in de kwaliteit van Afvalstromen


Detectie en registratie van stoorstoffen tijdens de inzameling is de meest bruikbare en haalbare kwaliteitsmeting voor gemeenten.

Er is steeds meer aandacht voor de kwaliteit van huishoudelijke afvalstromen, zoals PMD en GFT, en er vinden steeds meer kwaliteitsmetingen plaats in de keten. Barnebies verkende voor het programma VANG - Huishoudelijk Afval welke informatie gemeenten het beste inzicht geeft voor sturing op kwaliteit. Hiervoor sprak Barnebies met experts uit de sector en onderzochten we welke beschikbare kwaliteitsmetingen met meest bruikbaar én haalbaar zijn om gemeenten inzicht in kwaliteit van afvalstromen te geven.

Auteurs: Niels Vink, Maurice Hoenderdos en Joost van Barneveld - Barnebies

De kwaliteit van gescheiden huishoudelijk afval blijft een uitdaging

Hoewel gemeenten steeds meer huishoudelijk afval gescheiden inzamelen, groeien de zorgen in de afvalsector over de kwaliteit van gescheiden materiaalstromen. Met name kwetsbare stromen zoals Plastic verpakkingsafval, Metaal en Drankenkartons (PMD) en Groente-, Fruit- en Tuinafval (GFT), maar ook textiel en Oud Papier en Karton (OPK) zijn gevoelig voor verontreinigingen. Relatief kleine hoeveelheden stoorstoffen kunnen ervoor zorgen dat grote volumes van de materiaalstroom worden afgekeurd.

De kwaliteit van gescheiden stromen verschilt sterk per gemeente, voornamelijk door verschillen in het inzamelingsbeleid en –systeem, de frequentie en volumes van inzameling, en verschillen in communicatie en voorlichting. Maar het ontbreekt gemeenten vaak aan goed inzicht om te kunnen sturen op de kwaliteit van gescheiden afvalstromen in hun gemeenten. Men weet niet wat goed werkt, omdat er weinig inzicht in de kwaliteit is en omdat gemeenten niet onderling de kwaliteitsdata delen. Hierdoor kunnen zij ook geen vergelijking onderling maken.

Onderzoek naar haalbaarheid en bruikbaarheid van kwaliteitsmetingen voor gemeenten

In de periode november 2021 tot en met februari 2022 is onderzocht wat de mogelijkheden zijn om gemeenten inzicht te geven in de kwaliteit van de gescheiden materiaalstromen. Hierbij is geïnventariseerd welke stappen er zijn in de keten en waar gemeten wordt. Dit leverde voor de GFT-stroom bijvoorbeeld: inzameling, overslag, verwerking en recycling, met ook nog verbranding van vervuilingen.

De focus lag hierbij op het identificeren van de meest bruikbare én haalbare kwaliteitsmetingen en welke gegevens daarbij een rol spelen. Daarbij werd onderzocht welke informatiestromen en indicatoren rondom kwaliteit er reeds bestaan en hoe deze informatie verweven is in de afvalverwerkingsketen voor verschillende afvalstromen (zie kader). Er werden zo’n 20 interviews uitgevoerd met experts uit de sector, vertegenwoordigers van gemeenten, afvalbedrijven en producentenorganisaties. In twee interactieve workshops werden de inzichten vervolgens gevalideerd en werden verschillende opties afgewogen op zoek naar de meest bruikbare en haalbare manieren om gemeenten meer inzicht in de kwaliteit van afvalstromen te geven.

Meet afvalkwaliteit vroeg in de keten.

De bruikbaarheid en haalbaarheid van kwaliteitsmetingen voor gemeenten, hangt af van het moment waarop men meet in de afvalverwerkingsketen (zie Figuur 1). In het algemeen geldt dat hoe eerder men vervuiling registreert, des te beter het inzicht in de kwaliteit van afvalstromen voor gemeenten.

Figuur 1. Score voor bruikbaarheid en haalbaarheid van verschillende kwaliteitsmetingen op verschillende momenten in de afvalverwerkingsketen voor gemeenten.
Inzameling Overslag Sorteren Verwerken
Keuren ++ + - -
Protocol + ++ - -
Weging - + + +
Sorteeranalyse - + - -

Vroeg in de keten keuren, eventueel met gebruik van een protocol, zien de geïnterviewden als meest bruikbaar en haalbaar, met name omdat de bron dan nog herleidbaar is en de inspanning om de keuring uit te voeren is te overzien. Het beste is om direct bij inzameling te meten: in de mini-container, verzamelcontainer of het inzamelvoertuig, bijvoorbeeld met een visuele inspectie. In elk geval is meting op of vóór overslag het beste. Daarna wordt namelijk afval uit verschillende voertuigen gemengd, en is niet meer te achterhalen uit welke wijk of gemeente het materiaal komt.

Sorteeranalyses leveren zeer gedetailleerde informatie over de samenstelling van afval. Structureel uitgevoerde sorteeranalyses op de overslag zouden daarom heel bruikbaar zijn mits men er genoeg uitvoert voor een representatief beeld. Maar dit is duur en daarom zien de geïnterviewden deze sorteeranalyses als beperkt haalbaar.

Weging op elk punt in de keten en het daarmee opstellen van een massabalans zien de geïnterviewden als bruikbaar, maar lastiger haalbaar omdat overal consistent gemeten en vastgelegd moet worden. Een groot voordeel van de massabalans is dat hiermee focus komt op kwaliteit door de hele keten heen in plaats van vervuiling bij inzameling als maatstaf voor kwaliteit. Een groot nadeel van een massabalans is dat de resultaten in de keten meestal niet te herleiden zijn naar gemeente of wijk niveau.

Conclusie

Veel meetmethoden die geschikt zijn voor monitoring en toetsen van beleidsdoelstellingen, zijn niet bruikbaar voor gemeenten om te sturen op kwaliteit. Zo bieden sorteeranalyses gemeenten te weinig inzicht om te sturen op kwaliteit. Ondanks de enorme hoeveelheid sorteeranalyses die nu al in de keten worden uitgevoerd, is dit niet frequent en omvangrijk genoeg voor een dekkend overzicht. Voor sturing op kwaliteit zijn doorlopend gegevens nodig van álle inzamelpunten en -routes.

Structurele metingen bij inzameling worden daardoor als meest bruikbaar én haalbaar gezien om gemeenten inzicht in kwaliteit van afvalstromen te geven. Deze metingen hebben een hoog detailniveau. Vervuiling is te herleiden naar wijkniveau en soms zelfs huishouden. Dit stelt de gemeente in staat om ook actie te ondernemen om kwaliteit van specifieke afvalstromen te verbeteren, bijvoorbeeld door directe feedback aan huishoudens of gerichte communicatie voor specifieke wijken. Door een combinatie van structurele metingen bij inzameling en feedback richting huishoudens kan de gemeente ook directer sturen op kwaliteitsverbetering*.

Vanuit het nieuwe VANG programma, met een focus op kwaliteit, is inmiddels bekend geworden dat ook gekeken wordt naar (nieuwe) manieren om snel en goed inzicht te krijgen in de kwaliteit van afvalstromen.

Meetpunten en huidige meetmethodes

Meetpunt
Inzameling Overslag Sorteren Verwerken
De inzameling is het vroegst mogelijke meetpunt, dat vaak aan huishouden of wijk te koppelen is, afhankelijk van inzamelings-systematiek. Op het punt van overslag worden ingezamelde afvalstromen uit verschillende wijken – en soms zelfs meerdere gemeenten - samengevoegd. De ingezamelde afvalstromen worden op basis van materiaal-soort gesorteerd.

De inkomende stromen worden verwerkt tot bruikbare grondstoffen of energie.

Meetmethode
Keuren Protocol Wegen Sorteeranalyse
Aangeboden materiaal wordt visueel gekeurd op de aanwezigheid van stoorstoffen. Aangeboden materiaal gaat langs een gedetailleerde checklist met veel voorkomende stoorstoffen. Aangeboden materiaal wordt gewogen bij aankomst en vertrek bij het meetpunt. Aangeboden materiaal wordt volledig gesorteerd via vooraf opgestelde categorieën.

* Meer achtergrond en aanbevelingen zijn te vinden in het “Eindrapport Verkenning Status en Kansen voor de Kwaliteit in de Afvalverwerkingsketen”