Succesvol VANG-textielcongres: samen op weg naar meer en betere textielinzameling


Textiel is niet de grootste grondstoffenstroom, maar wel een stroom met een significante milieu impact. Daarom is het belangrijk dat textiel niet via het restafval verloren gaat maar zoveel mogelijk op de juiste manier wordt ingezameld om uiteindelijk hoogwaardig verwerkt te worden. Wat zijn de inzameltrends? Wat zijn de mogelijkheden op het gebied van recycling? En hoe gaan andere gemeenten om met textiel inzameling en communicatie? Stuk voor stuk vragen die aan bod kwamen tijdens het VANG-textielcongres, georganiseerd door NVRD en RWS.

Momenteel wordt er gemiddeld 4,8 kg textiel per inwoner gescheiden ingezameld. 7,4 kg per inwoner beland helaas nog steeds in het restafval en wordt dus verbrand. Daarnaast is ook het beperken van vervuiling in de textiel container van belang om zo hoogwaardig mogelijke recycling mogelijk te maken. Dit vraagt om een focus op meer en beter gescheiden inzameling.

Ontwikkelingen en trends

Door de jaren heen is een groeiende trend zichtbaar op het gebied van textiel afval. Er wordt steeds meer textiel afgedankt waarvan het merendeel helaas nog steeds in het restafval beland. Wel is er ook een gestaag groeiende trend zichtbaar van textiel dat gescheiden wordt ingezameld. Emile Bruls van Rijkswaterstaat nam de deelnemers mee in de monitoringsdata voor kleding en textiel. Hierbij werd ook ingegaan op waar ingezameld textiel terechtkomt. Gebaseerd op de massabalans van 2018 werd maar liefst 136,1 kton gescheiden ingezameld in Nederland. Hiervan werd 21,5 kton in Nederland afgezet en de overgrote meerderheid in het buitenland met 110,4 kton. Vanuit de zaal klonk de oproep aan gemeenten om ook te kijken waar hun textiel uiteindelijk terecht komt en in hoeverre dit daadwerkelijk wordt gerecycled/ hergebruikt.


Evelien Mertens van de NVRD heeft de aankomende Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) voor textiel toegelicht. Een UPV betekent dat producenten financieel en organisatorisch verantwoordelijk worden voor de afvalfase van hun product. De UPV voor textiel zal naar verwachting in de loop van dit jaar van kracht gaan, waarbij de eerste doelstellingen voor 2025 zijn geformuleerd. De doelstelling van de UPV is om in 2025 50% van het afgedankte textiel opnieuw te gebruiken door middel van producthergebruik en recycling, waarvan tenminste 20% producthergebruik. In 2030 moeten deze percentages verder groeien naar 75%, respectievelijk 25%. Ook zijn er doelstellingen opgenomen voor het aandeel binnenlands producthergebruik (10% in 2025 en 15% in 2030) en voor het aandeel vezel-tot-vezel recycling (25% in 2025 en 33% in 2030).

Textiel recycling en toepassing

Tich van Duren van Frankenhuis BV, één van de grotere Nederlandse textiel recyclaars, vertelde over de stand van zaken van mechanische recycling en de ontwikkelingen op het gebied van mechanische recycling. Momenteel wordt veel afgedankt textiel dat niet hergebruikt kan worden nog laagwaardig gerecycled, bijvoorbeeld als poetslap of vulling voor auto onderdelen. Dit komt mede door de achterblijvende recyclecapaciteit en het ontbreken van vraag vanuit de markt naar gerecyclede grondstoffen voor gebruik in textiel. Naast de focus op meer en beter inzamelen van textiel klonk dan ook de oproep aan gemeenten om de markt te stimuleren door bijvoorbeeld voorwaarden op het gebied van gerecycled materiaal op te nemen in aanbestedingen.

Een van de partijen die werk maakt van het toepassen van gerecyclede garen is Enschede Textielstad, opgericht door Annemieke Koster. Op de plek waar ooit een levendige textielindustrie bestond weven zij nu stof van gerecyclede garen. Hiermee is Enschede Textielstad een leidend voorbeeld in de mogelijkheden om oud textiel dat niet langer hergebruikt kan worden circulair te verwerken tot stof waar wederom kleding van kan worden gemaakt.

Leren van elkaar

Tijdens het VANG-textielcongres was er ook volop de mogelijkheid om als gemeenten van elkaar te leren. Zo vertelde Roger Wetzels en Jeroen Hubens van Rd4 dat zij actief werk hebben gemaakt van het verbeteren van de ingezamelde textielkwaliteit met de Kaizen-Blitz methode. Een methode waarin zij met het hele team 3 dagen de agenda’s leeg hebben gepland om zich volledig te richten op het textiel vraagstuk. Zij raadden iedereen aan actief aan de slag te gaan met de textielstroom en van elkaar te leren. Ook is er gesproken over effectieve communicatie richting de burger. Hierbij heeft Bas Assink van Twente Milieu bevindingen gedeeld uit hun recente communicatiecampagne. Hieruit kwam naar voren dat burgers nieuwsgierig zijn naar wat er met hun afgedankte textiel gebeurt, maar op dit moment nog geen idee hebben hoe deze keten werkt. Inwoners lijken voornamelijk gemotiveerd om textiel gescheiden aan te leveren vanuit het oogpunt van herdraagbaarheid. Maar dit betekent dat niet herdraagbare kleding vanuit onwetendheid nog steeds in het restafval beland. Het gebrek aan kennis over wat allemaal in de textielbak kan werd ook onderschreven door Sabine Nijdam van de gemeente Meppel, die onlangs een infoquete onder hun burgers hebben uitgezet. Om de communicatie richting burgers te verduidelijken is het van belang dat alle gemeenten dezelfde wel/niet lijst (lap3) en dezelfde logo’s (RWS) gebruiken.

Naast het inzamelen van textiel is het juist ook van belang dat we langer doen met de kleding die we al hebben. Namens de gemeente Amsterdam vertelde Roosmarie Ruigrok over hun ervaringen vanuit het Reflow project. Binnen dit project hebben zij korting aangeboden op kledingreparatie voor de stadspashouders. Op deze manier worden duurzame keuzes betaalbaar gemaakt voor een groep die het niet breed heeft. In totaal zijn er 15.000 kledingstukken gerepareerd door 4.000 kaarthouders. De financiële middelen hiervoor komt vanuit armoedebestrijding. Een mooi voorbeeld waarin circulaire keuzes niet worden beperkt tot één portefeuille.

Wil jij ook aan de slag met de kwaliteit van textiel in jouw gemeente? Schrijf je dan in voor de VANG textiel academie!