1.2 Welk gedrag zorgt voor het probleem?
Welk gedrag draagt bij aan het probleem? Afval scheiden in huis is complex. Het kan op meerdere punten mis gaan: bij het sorteren, bij het scheiden van plastic en papieren onderdelen van een verpakking, bij het opslaan van gesorteerd afval, bij het aanbieden of wegbrengen.
Formuleer nu het probleem in termen van gedrag: Wie? Doet wat? Waar en wanneer?
Formuleer bij voorkeur positief. Soms is het probleem dat mensen iets NIET doen. Gedrag kan per wijk of per groep verschillen. Wees daarom zo specifiek mogelijk.
Voorbeelden van probleemgedrag: wat kan er beter?
|